Ontschotting is zegen voor verloskundige zorg

Geplaatst op : 4 juli 2016

Samenwerking binnen de Verloskunde verbetert als de ‘schotten’ tussen de eerste en tweede lijn verdwijnen. Dat merk ik dagelijks in de regio Bergen op Zoom.

Zelf werk ik bij Sifra Verloskundige Praktijk op Tholen, maar sinds een jaar werken we als praktijk samen met drie andere verloskundige praktijken én de gynaecologen van het Bravis Ziekenhuis in het Moeder en Kindcentrum (MKC) in Bergen op Zoom. In één gebouw en met één gedeeld epd. Daar houden we spreekuur, als extra voor de zwangere vrouwen voor wie dit noodzakelijk is. In mijn 30 jaar als verloskundige heb ik veel veranderingen meegemaakt, maar deze bundeling van krachten springt er toch wel in positieve zin uit.

Zwangere centraal

Als verloskundige wil ik het beste voor onze cliënten. In onze regio werken we vanuit het principe dat de zwangere centraal staat, de zorg om haar heen georganiseerd wordt en dat moeder en kind in principe niet gescheiden van elkaar worden. Daarom werken we met meerdere praktijken en het Bravis Ziekenhuis in één uitgebreid epd, wat volgens mij essentieel is voor het leveren van optimale verloskundige zorg.
30 jaar terug werd ik vooral telefonisch bijgepraat door de gynaecoloog of er kwam weken na een consult bij de gynaecoloog nog eens een brief over een cliënt. Tegenwoordig zie ik op mijn pc of tablet meteen alles wat ik nodig heb. Doordat we samen in één dossier werken (HiX van ChipSoft) verlopen de overdrachten beter. Als ik in onze verloskundige praktijk een zwangere of barende overdraag aan het Bravis Ziekenhuis, kan de gynaecoloog daar direct verder waar ik gebleven ben. Zonder iets over te schrijven of opnieuw een dossier aan te maken. Ook bij spoedgevallen is het ideaal: wanneer een zwangere of barende per ambulance naar het Bravis wordt gebracht, kan de gynaecoloog of klinisch verloskundige die de zorg overneemt al vóór de patiënt binnenkomt het dossier bestuderen. In acute situaties kan dit levensreddend zijn.

Wekelijks overleg

Sinds de opening van het MKC zitten we iedere woensdag van 12.30 tot 13.30 met vijf verloskundige praktijken, twee gynaecologen en een klinisch verloskundige van Bravis aan tafel om alle intakes van die week te bespreken. Van álle praktijken. Heel gestructureerd. Wat is de BMI van een zwangere vrouw? Wat is de medische voorgeschiedenis en wat zijn de bijzonderheden? Welke consequenties heeft dit voor het verloop van de zwangerschap, welk zorgpad is voor de zwangere van toepassing en wie begeleidt haar verder? Het is niet alleen vraag-antwoord tussen de verloskundigen en de gynaecoloog, maar ook tussen de verloskundigen van de collega-praktijken onderling. We spreken elkaar veel vaker dan voorheen. Toen zaten we meer op ‘eilandjes’. Ik letterlijk, op Tholen. Niet alleen is het nu prettiger werken, het is vooral beter.

Zonder hiërarchie

Regelmatig heb ik me afgevraagd waarom het hier zo goed werkt. Ik denk dat ik eruit ben: de kracht van onze regio, is dat de gynaecologen en verloskundigen naast elkaar staan. We doen het samen, zónder hiërarchie en zónder een wij-zij-gevoel. Geen hokjesgeest, geen schotten. Niet in de omgang en niet in ons epd. Uiteraard is het epd wel afgeschermd voor onbevoegden en zijn er goede afspraken gemaakt over het gebruik. We kijken bijvoorbeeld niet in elkaars dossier als we daar geen goede reden voor hebben. Dat is een van de vele afspraken. Door onze samenwerking volgens duidelijke afspraken, is de kans klein dat ons iets ontgaat rondom een zwangerschap.

Begrip voor elkaars vak

We hebben in deze regio geknokt voor een positie naast de gynaecologen. Door hard te werken en veel met elkaar te praten, hebben we meer begrip gekweekt voor elkaars vak. Daar plukken we als vakgroep Verloskunde nu de vruchten van. En de zwangere vrouwen in de regio helemáál! Daarom zeg ik: haal alsjeblieft de schotten weg tussen de eerste- en tweedelijn. Zowel in de dagelijkse samenwerking als in het epd. Sla de handen ineen. ‘Ontschotten’ helpt de verloskundige zorg vooruit!

Marlien van Kempen

Gepubliceerd op www.zorgvisie.nl, 24 juni 2016


Terug naar nieuwsoverzicht